Empirische Ethik ist ein relativ neues Vorgehen in der Ethikforschung, das vor allem in der Medizinethik angewandt wird. Dieser Beitrag bespricht die kennzeichnenden Charakteristika der empirischen Ethik und unterscheidet zwischen generalistischer und kontextualistischer empirischer Ethik. Zuerst werden verschiedene Beispiele beider Arten von empirischer Ethik vorgestellt, danach werden für beide Ansätze mögliche Schwachpunkte diskutiert. Die Schlussfolgerung des Beitrages besteht darin, dass das Entstehen der empirischen Ethik eine positive Entwicklung ist. Empirische Ethik sollte jedoch als eine Ergänzung der traditionellen philosophischen Medizinethik betrachtet (...) werden, und nicht als die bessere Alternative. (shrink)

Empirische Ethik ist ein relativ neues Vorgehen in der Ethikforschung, das vor allem in der Medizinethik angewandt wird. Dieser Beitrag bespricht die kennzeichnenden Charakteristika der empirischen Ethik und unterscheidet zwischen generalistischer und kontextualistischer empirischer Ethik. Zuerst werden verschiedene Beispiele beider Arten von empirischer Ethik vorgestellt, danach werden für beide Ansätze mögliche Schwachpunkte diskutiert. Die Schlussfolgerung des Beitrages besteht darin, dass das Entstehen der empirischen Ethik eine positive Entwicklung ist. Empirische Ethik sollte jedoch als eine Ergänzung der traditionellen philosophischen Medizinethik betrachtet (...) werden, und nicht als die bessere Alternative. (shrink)

Hoewel depressie veel voorkomt, tasten we wat betreft de aard en behandeling ervan nog altijd in het duister. Dit komt volgens Van den Bergh omdat de stoornis vooral wordt benaderd als hersenziekte of hersenaandoening. De nadruk wordt daarbij gelegd op onze (neuro)biologische gevoeligheid zonder dat we echt stilstaan bij de maatschappelijke factoren die op deze gevoeligheid inwerken. Nog minder, aldus de auteur, wordt ingegaan op de culturele bronnen van deze impact. Deze blinde vlek in de depressieduiding stelt Van den Bergh (...) in zijn boek centraal, en werpt zo een tegenlicht op het gangbare begrip van deze ‘stemmingsstoornis’. (shrink)

Mechanistic philosophy of science views a large part of scientific activity as engaged in modelling mechanisms. While science textbooks tend to offer qualitative models of mechanisms, there is increasing demand for models from which one can draw quantitative predictions and explanations. Casini et al. (Theoria 26(1):5–33, 2011) put forward the Recursive Bayesian Networks (RBN) formalism as well suited to this end. The RBN formalism is an extension of the standard Bayesian net formalism, an extension that allows for modelling the hierarchical (...) nature of mechanisms. Like the standard Bayesian net formalism, it models causal relationships using directed acyclic graphs. Given this appeal to acyclicity, causal cycles pose a prima facie problem for the RBN approach. This paper argues that the problem is a significant one given the ubiquity of causal cycles in mechanisms, but that the problem can be solved by combining two sorts of solution strategy in a judicious way. (shrink)

The conclusions reached by Hooks et al. urge the field to investigate the complex multipathway interactions between the microbiome and the gut-brain axis to understand the potential causal relationships involved. Claims in the field of microbiota-gut-brain research remain problematic without appropriate controls and adequate statistical power. A crucial question that follows from the authors' extensive review is: “Why don't probiotics work?”.

"Op 9 december 2011 was het precies zeventig jaar geleden dat de Joodse rechtsfilosoof, vrijdenker en humanist Leo Polak (1880-1941) in het concentratiekamp Sachsenhausen overleed. De essentie van zijn vrijdenken en humanisme getuigt van het besef van de verbondenheid van alle mensen als wezens die zich zo volledig en harmonieus mogelijk moeten kunnen ontplooien, en de erkenning van de mensheid als hoogste eenheid, hoger dan alle andere collectiviteiten die loyaliteit van mensen zouden kunnen eisen: kerk, Christendom, natie. Deze bundel bevat (...) als kern een drietal beroemde en beruchte redevoeringen van Polak uit de jaren 1931-1933; deze waren idealistisch van aard en vonden veel instemming bij met name ongelovigen. Daarnaast zijn er diverse bijdragen die een goed en soms nieuw beeld geven van de rol en betekenis van Polak voor de vrijdenkers; zo had hij op belangrijke momenten een koersbepalende rol in de geschiedenis van de vrijdenkerij."--Page 4 of cover. (shrink)

Aan velen, onder wie een groot aantal filosofen, is uit de middeleeuwse wijsbegeerte slechts Thomas van Aquino enigszins bekend. Johannes Duns Scotus valt vaak achter Thomas weg. Ten onrechte: Duns Scotus is een briljant denker van de eerste orde. Weinig denkers uit oudheid en middeleeuwen zijn tegelijk zo constructief en kritisch als hij.

Niemand dacht oorspronkelijker, speelser en scherper dan Ludwig Wittgenstein, en hij wist het. Van de kristallijnen helderheid in de 'Tractatus' tot de alledaagse onoverzichtelijkheid van de 'Filosofische onderzoekingen' blijft zijn denken één lange worsteling tegen de betovering van ons intellect door de schier eindeloze variatie van vermommingen waarin taal de gedachte aan het oog onttrekt.0Wittgenstein wist dat hij een bijzonder talent had, en zijn visie op zichzelf is zeker zo boeiend als zijn kijk op de wereld. In zijn brieven en (...) dagboeken treedt een geniale, lastige, komische en ontroerende man naar voren die in leven en in sterven een onuitwisbare indruk maakte op de mensen die hem kenden.0Bert Keizer biedt een heldere en toegankelijke introductie in leven en werk van Wittgenstein. Hij bespreekt diens brieven, dagboeken en belangrijkste werken: de 'Tractatus', de 'Filosofische onderzoekingen' en 'Over zekerheid'. Dat doet hij gedreven en enthousiast, zonder belerend te worden.0. (shrink)

Geschiedwetenschap was lange tijd vooral geschiedschrijving. Historische verhalen werden gebruikt om heersende gebruiken en opvattingen in het heden te ondersteunen. In de 19de eeuw werd de geschiedbeoefening een echt academische wetenschap. Deze professionalisering heeft voor veel goeds gezorgd, maar kan soms ook een last blijken. Met name het ontstaan van elkaar al dan niet verketterende 'scholen' en 'richtingen' heeft ertoe geleid dat historici soms meer bezig waren met het bestrijden van elkaars opvattingen dan met het onderbouwen van hun eigen standpunten.0Een (...) keur aan auteurs brengt in dit boek deze 'last der geschiedenis' en hoe daarmee om te gaan in kaart. Op welke manieren gingen historici sinds de professionalisering van hun vak in de 19de eeuw gebukt onder dominante representaties en benaderingswijzen van het verleden? Hoe hebben zij soms getracht, tegen de stroom in, daarmee te breken, en wat heeft dat aan nieuwe inzichten opgeleverd? (shrink)

Unter welchen Bedingungen kann es als ethisch vertretbar gelten, Menschen in biomedizinischen Experimenten als Probanden einzusetzen? Bert Heinrichs unternimmt es, die Ethik der Forschung am Menschen grundlegend und systematisch zu erschließen. Seine ethische Rahmentheorie wird im Hinblick auf drei kontrovers diskutierte Problemkomplexe ausgewertet, nämlich die Forschung mit Minderjährigen, randomisierte klinische Studien und Forschung in Entwicklungsländern. Sie soll helfen, wesentliche Orientierung bei der konkreten Problemlösung zu geben.

Um gängigen Missverständnissen, die der Begriff „Ethikkommission“ mit sich bringt, entgegenzuwirken, schlägt der Autor Heinrichs vor, die Kommissionen stattdessen in „Patientenschutzkommissionen“ umzubenennen. Um der Hauptaufgabe des Probandenschutzes gerecht zu werden, sollten Ethikkommissionen die Aufklärungs- und Einwilligungsprozedur überprüfen, die Risiken und Belastungen der Probanden einschätzen und Gerechtigkeit im Hinblick auf Rekrutierung und Auswahl gewährleisten. Heinrichs verwirft die Lösung, Ethikkommissionen als reine Rechtsanwendungsbehörden zu verstehen, da Prozesse ethischer Bewertung unumgänglich seien.

In their paper (‘ Morisprudence: a theoretical framework for studying the relationship linking moral case deliberation, organisational learning and quality improvement ‘),1 Kok et al addresses an important topic: how to theoretically think about studying the impact of moral case deliberations and how to conceptualise organisational learning? In this article, they aim to develop a theoretical framework that provides empirically assessable hypotheses that describe the relationship between moral case deliberation and care quality at an organisational level. The authors describe care (...) quality mostly in terms of practical wisdom which they aggregate into both individual and organisational morisprudence. Morisprudence is defined as an ongoing formulation of moral judgements. However, it remains a bit unclear how the theoretical framework of Kok et al may lead to empirically assessable hypotheses. Concepts like ‘quality’, ‘quality of care’, ‘practical wisdom’ and ‘individual and organisational morisprudence’ are not described in detail, let alone operationalised in measurable terms. How should we understand morisprudence in empirical terms? What is a good morisprudence? And how should we measure or conclude whether morisprudence has been improved (or not)? The authors rightfully focus on the need for organisational learning during and through Moral Case Deliberation (MCD). Too often, MCD is only described as the discussion of one patient’s case, thereby implicitly suggesting that the learning process only takes place at the level of an individual case. Yet, based on many years of MCD evaluation research, we know from mostly …. (shrink)

A significant part of everyday learning occurs incidentally — a process typically described as implicit learning. A central issue in this and germane domains such as language acquisition is the extent to which performance depends on the acquisition and deployment of abstract rules. In an attempt to address this question, we show that the apparent use of such rules in a simple categorisation task of artificial grammar strings, as reported by Shanks, Johnstone, and Staggs (1997), can be simulated by means (...) of a simple recurrent network, and may thus turn out not be incompatible with the acquisition of statistical regularities rooted in the processing of exemplars of the presented material. (shrink)

Die Forschungs- und Wissenschaftsethik ist diejenige Teildisziplin der Angewandten Ethik, die sich mit ethischen Problemen von Forschung und Wissenschaft beschäftigt. Man kann die Forschungsethik in drei Bereiche gliedern: Ein erster Bereich hat Prinzipien und Normen zum Gegenstand, die für alle Wissenschaftler als Wissenschaftler gelten. Ein zweiter Bereich ist mit Methoden befasst, die in der Wissenschaft zur Anwendung kommen. Ein dritter Bereich der Forschungsethik beschäftigt sich schließlich mit den Zielen von Forschung bzw. mit ethischen Fragen, die solche Ziele aufwerfen.

This comment on Chalgoumi et al.’s article “Information Privacy for Technology Users with Intellectual and Developmental Disabilities: Why Does It Matter?” focuses on the concept of autonomy in order to expand the scope of the ethical discussion. First we explore the conceptual and practical relations between privacy and autonomy. Following this, we address the issue of underfunding of information technology for persons with intellectual and developmental disabilities in terms of distributive justice and provide some potential policy solutions.

Zusammenfassung. Die niederländische Euthanasie-Politik erzeugt immer wieder Verwunderung in anderen Ländern: Grundsätzlich stellt Euthanasie sowohl in den Niederlanden als auch im Ausland einen strafbaren Tatbestand dar. Und hier wie dort werden unter bestimmten Umständen derartige Fälle geduldet. Im Ausland geschieht diese Duldung, falls überhaupt geduldet wird, im allgemeinen stillschweigend und inoffiziell. Die niederländischen Behörden dagegen regeln aktiv und öffentlich diejenigen Fälle von Euthanasie, in denen keine Strafverfolgung eingeleitet wird. Man gibt im voraus an, unter welchen Umständen der betreffende Arzt keine (...) Strafverfolgung zu befürchten hat. Mit der vorliegenden Abhandlung wird mittels eines kurzen Rückblicks in die Geschichte der früheren Republik der Niederlande eine historische Erklärung des typisch niederländischen Phänomens des gedogen gegeben. Im Anschluß wird aufgezeigt, inwieweit gedogen im Bereich der niederländischen Euthanasie-Politik zum Tragen kommt. (shrink)

Diese philosophische Arbeit behandelt das Problem der Bestimmung von Grenzen der Person. Sie kritisiert zwei Aspekte der seit J. Locke bestehenden Debatte uber das Problem der Personenidentitat: zum einen die Unzulanglichkeit der Formulierung des Problems, zum anderen das Fehlen einer soliden Theorie uber die Person als Grundlage der Debatte. Zur Behebung der entdeckten Unzulanglichkeit wird eine adaquate Formulierung des Problems entwickelt. Sie erfasst das Problem mit Hilfe des Begriffs der Grenze der Person. Dem zweiten Kritikpunkt wird dadurch begegnet, dass eine (...) fundierte Theorie uber die Person aufgestellt wird. Die Analyse des Problems auf der Grundlage der entwickelten Theorie zeigt schliesslich die Unmoglichkeit einer wohlbegrundeten Bestimmung von Grenzen der Person auf.". (shrink)

Das Wiskott-Aldrich-Syndrom (WAS), ein genetisch bedingter Immundefekt mit klinischer Manifestation im Kleinkindalter, wird voraussichtlich in näherer Zukunft erstmals versuchsweise durch eine somatische Gentherapie behandelt werden. Im vor- liegenden Beitrag werden die wichtigsten medizinisch-naturwissenschaftlichen Fakten dieses Krankheitsbildes sowie die bisherigen Erfahrungen mit somatischen Gentherapien bei anderen Immunmangelsyndromen ausführlich dargestellt. Sodann erfolgt eine ethische Analyse eines möglichen gentherapeutischen Eingriffs bei WAS-Patienten, bei der die spezifischen Aspekte des Wiskott-Aldrich-Syndroms – insbesondere die fast ausschließliche Betroffenheit von Kindern sowie die unterschiedlich aussichtsreiche Alter- nativoption einer (...) allogenen Knochenmarktransplantation–wesentliche Aspekte der Beurteilung sind. Im Ergebnis zeigt sich, dass ein gentherapeutischer Eingriff im vorliegenden Fall nicht im Rahmen einer Forschungsstudie, d.h. als Humanexperiment, gerechtfertigt werden kann, sondern allein als individueller Heilversuch. Gleichwohl las- sen die besonderen Risiken und die Innovativität eines solchen Eingriffs es notwendig erscheinen, diesen Heilversuch – anders als andere Heilbehandlungen mit bislang unerprobten Mitteln – in streng kontrollierter Form durchzuführen. Der neuartige Gedanke eines kontrollierten individuellen Heilversuchs zeichnet sich daher für den vorliegenden Fall, und womöglich auch für vergleichbare risikoreiche Behandlungsansätze namentlich im Bereich der Gentherapie, als geeignetes Instrument der Konzeption und Beurteilung ab. (shrink)

In diesem Beitrag diskutieren drei interdisziplinär ausgebildete Akademiker, die als klinisch tätige Ethiker auch viele Jahre Erfahrungen mit Gesundheitssystemen in verschiedenen Ländern haben, die Frage nach dem Kern klinisch-ethischer Expertise: der niederländische Mediziner und Philosoph Henk ten Have, Direktor des Center for Healthcare Ethics in Pittsburgh, USA, der deutsche Theologe und Philosoph Norbert Steinkamp, Professor für theologisch-ethische Grundlagen sozialprofessionellen Handelns an der katholischen Hochschule für Sozialwesen in Berlin, der 12 Jahre die klinische Ethik der Universitätsklinik Nijmegen, Niederlande, geleitet hat, sowie (...) der niederländische Philosoph und Historiker Bert Gordijn, Direktor des Institute of Ethics der Dublin City University, Irland, Präsident der International Association of Education in Ethics und u. a. Herausgeber von Medicine, Health Care and Philosophy. (shrink)

Zu den Grenzfragen des Lebens. Bioethik als Feld intensiver Auseinandersetzung im fachwissenschaftlichen Diskurs und kontroverser Diskussionen in der breiten Öffentlichkeit. Das Handbuch erläutert die Grundlagen und gibt einen Überblick über Bereiche, in denen bioethische Fragen relevant sind, wie Menschenwürde, Leben, Tod und Krankheit. Daneben widmet es sich den speziellen bioethischen Problemen wie etwa Zulässigkeit von Sterbehilfe, Präimplantationsdiagnostik oder embryonaler Stammzellenforschung und zeigt die Schnittstellen der Bioethik zu anderen Disziplinen und gesellschaftlichen Bereichen auf (Bioethik in der Lehre, Biopolitik, Biorecht und Ethikkommissionen).

Spanish has a series of evidential discourse markers that combine the lexical semantics of visual perception with reference to inference or hearsay, for example, evidentemente ‘evidently’, por lo visto ‘visibly, seemingly’, al parecer ‘seemingly’ and se ve ‘one sees that, apparently’. The main aim of this article is to examine the grammatical, semantic and interactional properties of these four evidential discourse markers in informal and formal spoken Spanish. From a semantic point of view, we study the evidential values expressed by (...) these markers and discuss the correlations between them. From a functional point of view, we analyse the evidential markers on the basis of discourse-interactional criteria such as illocutionary force, position in the turn and kind of turn. From a grammatical point of view, we address the preferences in terms of person and Tense/aspect/modality experienced by these evidential markers in discourse. The main result of our analysis is that, as far as the semantic and discourse properties are concerned, evidentemente differs from por lo visto, al parecer and se ve que. The former seems to refer primarily to shared thoughts, developing a reading that goes beyond any of the traditionally distinguished evidential values. The three other markers, by contrast, refer to indirect evidence, often combining the evidential values of reported knowledge and inference. In talk-in-interaction, the two types of markers behave differently: evidentemente does not enhance turn-taking, whereas the other markers leave room for the co-participant to give his or her view of the state of affairs. (shrink)

Die Verwendung von Fallbeispielen, sowohl in didaktisch-illustrativer als auch in systematisch-argumentativer Absicht, ist in der Angewandten Ethik eine weitverbreitete Praxis. Die Inanspruchnahme erfolgt jedoch vielfach ohne eine angemessene Reflexion über die Voraussetzungen und Grenzen des Einsatzes von Fallbeispielen als methodischem Werkzeug innerhalb der Ethik. Im vorliegenden Beitrag soll daher der Rekurs auf konkrete – reale oder fiktive – Handlungsszenarien kritisch untersucht werden. Wichtige Hinweise werden dabei der Philosophie Kants entnommen, der selbst in seinen moralphilosophischen Schriften gelegentlich Beispiele verwendet, der aber (...) zugleich auch die grundlegende Bedeutung sowie die methodologischen Grenzen des Einsatzes von Beispielen an verschiedenen Stellen thematisiert hat. Vor dem Hintergrund dieser Analyse muss insbesondere die Meinung, Ethik lasse sich rein in concreto vermitteln, entwickeln oder könne gar in die Zusammenstellung von Fallsammlungen aufgelöst werden, zurückgewiesen werden. (shrink)

Knowing that language is often used as a classifier of human intelligence and the development of systems that understand human language remains a challenge all the time (Kryeziu & Shehu, 2022). Natural Language Processing is a very active field of study, where transformers have a key role. Transformers function based on neural networks and they are increasingly showing promising results. One of the first major contributions to transfer learning in Natural Language Processing was the use of pre-trained word embeddings in (...) 2010 (Joseph, Lev, & Yoshua, 2010). Pre-trained models like ELMo (Matthew, et al., 2018) and BERT (Delvin, et al., 2019) are trained on large corpora of unlabeled text and as a result learning from text representations has achieved good performance on many of the underlying tasks on datasets from different domains. Pre-training in the language model has proven that there has been an improvement in some aspects of natural language processing, based on the paper (Dai & Le, 2015). In present paper, we will pre-train BERT on the task of Masked Language Modeling (MLM) with the Albanian language dataset (alb_dataset) that we have created for this purpose (Kryeziu et al., 2022). We will compare two approaches: training of BERT using the available OSCAR dataset and using our alb_dataset that we have collected. The paper shows some discrepancies during training, especially while evaluating the performance of the model. (shrink)

The American Journal of Bioethics, Volume 11, Issue 6, Page 62-64, June 2011.

In spite of the remarkable progress made in the burgeoning field of social neuroscience, the neural mechanisms that underlie social encounters are only beginning to be studied and could —paradoxically— be seen as representing the ‘dark matter’ of social neuroscience. Recent conceptual and empirical developments consistently indicate the need for investigations, which allow the study of real-time social encounters in a truly interactive manner. This suggestion is based on the premise that social cognition is fundamentally different when we are in (...) interaction with others rather than merely observing them. In this article, we outline the theoretical conception of a second-person approach to other minds and review evidence from neuroimaging, psychophysiological studies and related fields to argue for the development of a second-person neuroscience, which will help neuroscience to really go social; this may also be relevant for our understanding of psychiatric disorders construed as disorders of social cognition. (shrink)

Ethicists differ considerably in their reasons for using empirical data. This paper presents a brief overview of four traditional approaches to the use of empirical data: “the prescriptive applied ethicists,” “the theorists,” “the critical applied ethicists,” and “the particularists.” The main aim of this paper is to introduce a fifth approach of more recent date (i.e. “integrated empirical ethics”) and to offer some methodological directives for research in integrated empirical ethics. All five approaches are presented in a table for heuristic (...) purposes. The table consists of eight columns: “view on distinction descriptive-prescriptive sciences,” “location of moral authority,” “central goal(s),” “types of normativity,” “use of empirical data,” “method,” “interaction empirical data and moral theory,” and “cooperation with descriptive sciences.” Ethicists can use the table in order to identify their own approach. Reflection on these issues prior to starting research in empirical ethics should lead to harmonization of the different scientific disciplines and effective planning of the final research design. Integrated empirical ethics (IEE) refers to studies in which ethicists and descriptive scientists cooperate together continuously and intensively. Both disciplines try to integrate moral theory and empirical data in order to reach a normative conclusion with respect to a specific social practice. IEE is not wholly prescriptive or wholly descriptive since IEE assumes an interdepence between facts and values and between the empirical and the normative. The paper ends with three suggestions for consideration on some of the future challenges of integrated empirical ethics. (shrink)

How do Dutch people let each other know that they disagree? What do they say when they want to resolve their difference of opinion by way of an argumentative discussion? In what way do they convey that they are convinced by each other’s argumentation? How do they criticize each other’s argumentative moves? Which words and expressions do they use in these endeavors? By answering these questions this short essay provides a brief inventory of the language of argumentation in Dutch.

The study of argumentation is prospering. After its brilliant start in Antiquity, highlighted in the classical works of Aristotle, after an alternation of ups and downs during the following millennia, in the post-Renaissance period its gradual decline set in. Revitalization took place only after Toulmin and Perelman published in the same year their landmark works The Uses of Argument and La nouvelle rhétorique. The model of argumentation presented by Toulmin and Perelman’s inventory of argumentation techniques inspired a great many scholars (...) in various ways to take up the study of argumentation in a serious manner. Nowadays there are well-established logical approaches to argumentation, but also social and socio-psychological, linguistic, juridical and other approaches. In most of these approaches traces can be found of the influence of the classical and neo-classical argumentation theories just mentioned. (shrink)

Many theories about human number representation stress the importance of a central semantic representation that includes the magnitude information of small integer numbers, and that is conceived as an abstract, compressed number line. However, thus far there has been little or no direct evidence that units and teens are represented on the same number line. In two masked priming experiments, we show that single-digit and two-digit Arabic numerals are equally well primed by an Arabic numeral with the same number of (...) digits as by an equally distant Arabic numeral with a different number of digits (e.g. the priming effect of 7 on the target 9 is the same as the priming effect of 11 on the target 9). The finding was obtained both with a number naming task and with a parity judgement task. This is in line with the hypothesis that units and teens are part of a continuous number line. (shrink)

The method of reflective equilibrium is typically characterized as a process of two kinds of adjustments: hold fixed one’s current set of commitments/intuitions and adjust rules/principles to account for them, then hold fixed those rules while making adjustments to one’s set of commitments. Repeat until no further adjustments are required. Such characterizations ignore the role of precedent, i.e., information about the commitments and rules of others and how those might serve as guides in one’s own process of deliberation. In this (...) paper we develop a model that narrows in on a local part of a reflective equilibrium process in which a group of peer agents start with identical lists of commitments and work towards finding the rule that captures that set. If successful, we say they reach rest stop interpersonal convergence. The trouble is that, without precedent, reaching this convergence rests on implausible deterministic assumptions. We analyze how far the inclusion of a kind of soft precedent goes towards aiding the group in reaching said convergence when those assumptions are relaxed. (shrink)